Ontwerper

De meeste ontwerpen, of het nu communicatie-, product- of ruimtelijke ontwerpen zijn, zullen onder de bescherming van de Auteurswet vallen, van schetsontwerp tot definitief ontwerp. Het maakt niet uit wat het toepassingsgebied is; het auteursrecht geldt voor alle soorten media waarin het ontwerp wordt verwerkt, zoals drukwerk, 3D en multimedia/digitaal.
  • Linktekst
  • Voorbeelden van werken van ontwerpers zijn: huisstijlen, lettertypen en lay-outs, maquettes en decors, product-, mode- en interieurontwerpen, stads- en straatmeubilair, grafische vormgeving voor print en multimediaproducties, etc. Veel van dit soort ontwerpen kunnen ook nog door andere rechten van intellectuele eigendom worden beschermd, zoals het merkenrecht, het modellenrecht en het octrooirecht. De ene beschermingsvorm sluit de andere niet uit.

    Ontwerpen in loondienst
    Het auteursrecht op een ontwerp berust automatisch bij de oorspronkelijke maker van dat ontwerp. De enige uitzondering op deze regel is als de maker in loondienst werkt. In dat geval heeft de werkgever automatisch het auteursrecht.

    Zelfstandig of in opdracht ontwerpen
    Of een ontwerper zelfstandig of in opdracht werkt, maakt voor het auteursrecht niet uit, dat berust (op een paar uitzonderingen na) altijd bij de ontwerper als maker. Het auteursrecht stelt de ontwerper in staat te bepalen hoe zijn ontwerp mag worden gebruikt en door wie.

    Overdracht en licentie
    Het enkele feit dat een opdrachtgever heeft betaald voor een ontwerp houdt niet in dat hij daarmee ook het auteursrecht op het ontwerp heeft verworven. Daarvoor moet eerst een rechtenoverdracht plaatsvinden. Een overdracht van auteursrechten kan alleen schriftelijk, waarbij duidelijk moet worden aangegeven welke rechten precies worden overgedragen. Bij een overdracht van auteursrechten wordt de eigendom van het recht overgedragen en daarmee ook de zeggenschap over de wijze waarop het ontwerp mag worden gebruikt.
    Bij het verlenen van een licentie krijgt de licentienemer toestemming om een ontwerp op een bepaalde wijze te gebruiken. Er wordt dan dus een gebruiksrecht verleend en de rechthebbende behoudt de auteursrechten zelf. Het is daarbij van belang duidelijk vast te leggen voor welk soort gebruik, in welke omvang en voor hoelang de opdrachtgever toestemming krijgt (en wat hij dus met het ontwerp mag doen): gebruik van basisontwerp en lay-out voor alleen dat ene jaarverslag of die ene brochure, of onbeperkt gebruik van een industrieel ontwerp voor exploitatie wereldwijd, ongeacht de periode, in welke oplage en dergelijke. Denk bij het verlenen van licenties/toestemming ook aan bewerkingen zoals een afgeleid productontwerp, of een doorvertaling van huisstijl naar een winkelconcept. De verleende gebruiksrechten gelden alleen voor dat wat concreet is afgesproken. Zie ook: Overdracht en licentie.

    Huisstijlen en logo’s
    Huisstijlen en logo’s worden vaak in opdracht ontworpen. De ontwerper heeft in beginsel het auteursrecht, en de opdrachtgever verkrijgt een licentie voor gebruik binnen de eigen onderneming of organisatie. De ontwerper kan de rechten op huisstijlen en logo’s ook tegen een vergoeding overdragen aan de opdrachtgever. In dat geval krijgt de opdrachtgever voortaan zeggenschap over het ontwerp en de wijze waarop het gebruikt mag worden.

    Voorkom misverstanden
    Een overdracht van rechten dient altijd verplicht schriftelijk te worden overeengekomen. Sinds 1 juli 2015 geldt dat ook voor een exclusieve licentie. Maar het is sowieso altijd verstandig met de opdrachtgever duidelijke, schriftelijke afspraken te maken over de manier waarop de ontwerpen gebruikt mogen worden, ook als het gaat om een niet-exclusieve licentie. 
    Een niet-exclusieve licentie is in beginsel ook rechtsgeldig als hij mondeling is overeengekomen of uit de omstandigheden kan worden afgeleid. Bijvoorbeeld: je hebt een opdracht aangenomen, uitgevoerd en opgeleverd, en de opdrachtgever heeft jou daarvoor betaald. Daaruit mag worden geconcludeerd dat je de opdrachtgever toestemming hebt gegeven om het ontwerp te gebruiken waarvoor het is bedoeld. Maar als er geen heldere, schriftelijke afspraken over (de reikwijdte van) het gebruik zijn gemaakt wil dat nog weleens leiden tot misverstanden. 

    Royalty
    Als er sprake is van productontwerpen, kan het handig zijn om een royaltyovereenkomst te sluiten. In dat geval ontvangt de ontwerper een deel van de opbrengst van de verkoop van de producten waar het ontwerp in is verwerkt.

    Collectieve rechten
    Sommige ontwerpers kunnen aanspraak maken op een vergoeding uit de zogenaamde collectieve rechten, zoals leenrecht, reprorecht, thuiskopie en kabelrecht. Je kunt hier onder meer voor in aanmerking komen als jouw werk wordt gekopieerd, uitgeleend of via de kabel wordt uitgezonden. Als je de auteursrechten overdraagt, is het van belang dat je een schriftelijk voorbehoud maakt met betrekking tot de collectieve rechten. Voor meer informatie over collectieve rechten kunt u contact opnemen met de stichting Pictoright.

    Persoonlijkheidsrechten
    Ontwerpers hebben, net als alle andere makers, zogenaamde persoonlijkheidsrechten. Ontwerpen mogen niet zomaar veranderd worden en de ontwerper heeft in beginsel het recht zijn naam bij het werk te vermelden. Ook als de ontwerper zijn exploitatierechten heeft overgedragen, behoudt hij altijd zijn persoonlijkheidsrechten.

    Portfolio
    Als een ontwerper na een dienstverband besluit als zelfstandig ontwerper verder te gaan, en hij wil afbeeldingen van zijn eerder in loondienst gemaakte werk op zijn eigen website zetten, dan heeft hij daarvoor toestemming van zijn voormalige werkgever nodig. Die heeft immers het auteursrecht. In het algemeen wordt het wel redelijk gevonden dat een beginnend zelfstandige aan potentiële opdrachtgevers mag laten zien wat hij kan, en vaak is dat ook geen probleem als er maar goede afspraken over gemaakt worden. Het mogen tonen van een portfolio van eerder in loondienst gemaakt werk is echter geen recht dat kan worden afgedwongen.
    © Auteursrecht 2020