De maker

Wie is eigenlijk de 'maker' van een werk, als het gaat om de vraag wie het auteursrecht heeft?
  • Linktekst
  • Het begrip 'maker' in de Auteurswet is soms verwarrend. De maker van een roman in auteursrechtelijke zin is de schrijver, de schepper van het verhaal en niet de drukker die het boek in technische zin maakt. Hetzelfde geldt voor een bouwwerk: de architect is de schepper en daarmee de auteursrechtelijke maker. De aannemer, metselaar en timmerman vervaardigen slechts in technische zin het werk van de architect. De maker in auteursrechtelijke zin is dus niet altijd de persoon die het materiële object heeft gemaakt. Maar vaak gaat dit wel samen, denk bijvoorbeeld aan een beeldend kunstenaar. Die zal veelal zelf zijn schilderij of beeldhouwwerk maken.

    Om voor auteursrechtbescherming in aanmerking te komen moet er sprake zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Als het werk (mede) tot stand is gebracht met behulp van kunstmatige intelligentie kan het auteursrecht niet door een computer worden uitgeoefend, het auteursrecht kan alleen door een mens worden uitgeoefend. Zie ook Werken gemaakt met kunstmatige intelligentie.

    Uitzondering: de werkgever als 'maker'
    De oorspronkelijke maker van een werk krijgt volgens de Auteurswet automatisch het auteursrecht op dat werk. Er bestaat echter een belangrijke uitzondering op deze regel, namelijk als het werk in dienstverband - dus op grond van een arbeidsovereenkomst of een aanstelling als ambtenaar - wordt gemaakt. In dat geval geldt de werkgever als de maker, ook als de werkgever niet de persoon is die het werk daadwerkelijk heeft gemaakt (artikel 7 Auteurswet). Omdat de werkgever als 'maker' wordt aangemerkt, krijgt de werkgever automatisch de auteursrechten op alle werken die door zijn werknemers in dienstverband zijn vervaardigd. De werknemer kan zich in zo'n geval dus niet op de rechten beroepen die uit het auteursrecht voortkomen.
     
    Als het gemaakte werk echter geen enkele relatie heeft met de werkzaamheden die de werknemer normaal gesproken moet uitvoeren, dan zal het auteursrecht niet aan de werkgever toekomen, maar behoudt de echte auteur het auteursrecht. Het werk moet dus niet alleen tijdens maar ook 'krachtens' de dienstbetrekking zijn gemaakt.
     
    Het is overigens mogelijk om in de arbeidsovereenkomst van de regeling van artikel 7 Auteurswet af te wijken, door af te spreken dat de werknemer wel als maker/auteursrechthebbende op de door hem gemaakte werken geldt.
    © Auteursrecht 2020