Over het gebruik, de voordelen en risico’s van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence) zijn vele maatschappelijke discussies gaande. Er zijn ook vragen over het auteursrecht. De vragen over auteursrecht kunnen vooralsnog met de bestaande auteursrechtwetgeving en dus de informatie op auteursrecht.nl worden beantwoord. Het auteursrecht behoeft daarvoor dus nog niet te worden aangepast, maar de ontwikkelingen gaan snel, dus afgewacht moet worden of dat zo blijft.
De met kunstmatige intelligentie gebouwde tools, zoals Bard, DALL-E en ChatGPT (van OpenAI, het bedrijf dat is gewijd aan AI-onderzoek en de tool heeft ontwikkeld en uitgebracht) zijn getraind om op basis van miljarden bronnen met teksten en beeld aan de hand van concrete vragen te voorspellen welk resultaat de gebruiker wenst en de betreffende tekst of het betreffende beeld te leveren.
Mogen auteursrechtelijk beschermde bronnen daarvoor worden gebruikt?
De Auteurswet kent een regeling voor onderzoeksorganisaties en cultureel erfgoedinstellingen die werken mogen reproduceren om voor wetenschappelijk onderzoek tekst- en datamining te verrichten op de werken waartoe zij rechtmatige toegang hebben. Voorwaarde is wel dat het auteursrecht op die werken door de maker of zijn rechtverkrijgenden niet uitdrukkelijk op passende wijze is voorbehouden. Los van de juridische vraagstukken over de reikwijdte (wetenschappelijk onderzoek), over al dan niet rechtmatige toegang en over een op passende wijze gemaakt voorbehoud, is de praktische toepassing van deze voorwaarden niet eenvoudig. (Artikelen 15n en 15o Auteurswet.)
Auteursrecht is kort gezegd het wettelijke recht van de maker van een origineel ‘werk’ om te beslissen hoe zijn werk wordt gebruikt en verspreid. Dat verandert op zichzelf niet door de komst van kunstmatige intelligentie. Als een werk wordt gemaakt door of met behulp van een AI-systeem is het lastiger om te bepalen wie nu eigenlijk de maker van het werk is, omdat het werk (gedeeltelijk) het resultaat is van een samenwerking tussen een mens en het AI-algoritme.
Om voor auteursrechtbescherming in aanmerking te komen moet er sprake zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Het auteursrecht kan dus alleen door een mens worden uitgeoefend.
Die creatieve keuzes kunnen in de voorbereidende fase zijn gemaakt (de uitwerking van het idee, de gestelde vragen aan het programma) en/of in de bewerking tot het uiteindelijk werk dat openbaar wordt gemaakt. Voor auteursrechtbescherming gaat het niet om de kwaliteit van het uiteindelijke resultaat, maar om de menselijke creativiteit, de gemaakte originele keuzes, die persoonlijke noot, die tot uiting komt in dat resultaat.
Bij het vraagstuk van wel of niet auteursrechtelijke bescherming wordt vaak de parallel getrokken met een foto: die komt ook tot stand door middel van een technisch procedé, waarbij het makerschap van de fotograaf zit in de voorbereiding (de enscenering, de invalshoek, de belichting etc.) en/of in de nabewerking.
Of er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk zal het ook bij met kunstmatige intelligentie gemaakte werken afhangen van de omstandigheden van het geval of de maker voldoende creatieve keuzes heeft gemaakt die tot uitdrukking zijn gekomen in het uiteindelijke resultaat.
Als je kunstmatige intelligentie gebruikt voor een creatie moet je je ervan bewust zijn dat de outputs van het programma niet altijd uniek zijn. Zo hebben gebruikers volgens de gebruiksvoorwaarden van OpenAI het recht om outputs van hun eigen ChatGPT-gesprekken te gebruiken voor elk doel (inclusief commerciële publicatie), maar moeten zij zich bewust zijn van de mogelijke juridische implicaties van het publiceren van deze output. Verschillende gebruikers kunnen hetzelfde antwoord ontvangen. Bovendien kan door de vraagstelling de output zo sterk gelijken op een specifiek auteursrechtelijk beschermd werk dat publicatie een auteursrechtinbreuk oplevert, waarvoor de gebruiker aansprakelijk is.
Als je een tekst, beeld of film maakt met behulp van kunstmatige intelligentie en je gaat dat werk publiceren, dan zal jij je willen beroepen op jouw auteursrecht als jij het werk wilt beschermen tegen ongewenst gebruik door anderen of tegen gebruik zonder toestemming of betaling. Om een werk te publiceren en het makerschap te claimen (©) hoef je niet aan te tonen of en in welke mate jouw werk voldoende origineel is. Maar als het tot een gerechtelijke procedure komt, omdat iemand vindt dat jouw werk te veel op zijn werk lijkt of omdat jij als maker een ander beschuldigt van namaak, dan komt het dus aan op het kunnen aantonen van de toegevoegde eigen creativiteit. Dat wordt lastiger op moment dat de ander kan aantonen dat met behulp van kunstmatige intelligentie, bijvoorbeeld met ChatGPT, een (nagenoeg) gelijk resultaat kan worden geboekt.
Twee lessen zijn daaruit te leren: de toegevoegde waarde van een nieuw werk zit toch altijd in de eigen creatieve inbreng van de maker en het wordt steeds belangrijker om het maakproces goed te documenteren. Het is nuttig als je, bijvoorbeeld aan de hand van concepten en/of getuigenverklaringen, kunt bewijzen wat jouw eigen creatieve bijdrage aan het maakproces is geweest.